Over het voornaamwoord is er heel wat te vertellen: er zijn namelijk verschillende soorten. Voordat we daarover in detail treden, bekijken we eerst enkele algemene kenmerken van deze voornaamwoorden.
Bekijk de video. Daarna kan je nog wat extra informatie lezen, of meteen naar de verschillende soorten voornaamwoorden gaan.
Zoals in de video gezegd is een voornaamwoord iets wat verwijst naar iets wat al bekend is. Het staat âvoorâ (= in de plaats van) een zelfstandig of bijvoeglijk naamwoord. Â
Vb: âDe bandiet nam zijn buit.âÂ
âZijnâ verwijst naar iets wat al vermeld is: de bandiet.Â
Er zijn niet zo heel veel verschillende vormen van het voornaamwoord. Om het wat overzichtelijk te houden, vind je deze vormen terug bij de juiste soort voornaamwoord op deze paginaâs:
- Het persoonlijk voornaamwoord
- Het wederkerend voornaamwoord
- Het bezittelijk voornaamwoord
- Het vragend voornaamwoord
- Het aanwijzend voornaamwoord
Extra:
Het woord waarnaar een voornaamwoord verwijst, noemt men de referent (denk aan het woord âreferentieâ voor een verwijzing).
Vb: âHun grootste hit was âSatisfactionâ.â
Voor wie de muziekgeschiedenis een beetje kent: de referent hier zijn the Rolling Stones. Het voornaamwoord âhunâ verwijst naar hen. De referent wordt hier niet in de zin vermeld.
Wanneer de referent al ergens in de tekst (vaak in dezelfde zin of de zin er vlak voor) vermeld werd, noemen we dat het antecedent (ante â cedent = dat wat voorafging).
Vb: âMama is boos omdat ze de hond steeds hoort blaffen.â
De referent van âzeâ is âmamaâ. Omdat de referent hier letterlijk vermeld wordt, is het ook een antecedent.