6. Het lidwoord

Deze pagina is gewijd aan het lidwoord, soms ook wel ‘artikel’ genoemd, zoals in het Frans en het Engels. Bekijk eerst de video en lees daarna daaronder verder voor meer informatie.

We maken hoofdzakelijk een onderscheid tussen de bepaalde lidwoorden enerzijds en het onbepaald lidwoord anderzijds.

  • de bepaalde lidwoorden ‘de’ en ‘het’ duiden iets specifieks, iets individueels, iets bepaalds aan.
    Vb: ‘Neem de appel.’ Het is duidelijk welke appel je moet nemen, het is er één bepaalde.
    • Voor mannelijke en vrouwelijke woorden gebruik je ‘de’.
    • Voor onzijdige woorden (en verkleinwoorden) gebruik je ‘het’.
  • het bepaald lidwoord ‘een’ wordt gebruikt om iets aan te duiden dat op dat moment nog onbepaald is.
    Vb: ‘Neem een appel.’ Het is nog niet bepaald welke appel er moet genomen worden.

Lidwoorden worden steeds in dezelfde vorm gebruikt. Ze worden in het hedendaags Nederlands niet verbogen. Toch zijn er nog vormen van oude naamvallen terug te vinden, zoals des, der, den, eens, ener.
Vb: ’s avonds komt van des avonds, wat in de avond betekent.

Een lidwoord kan nooit alleen staan: het staat steeds voor een zelfstandig woord, meestal een zelfstandig naamwoord.

Terug naar de algemene woordleerpagina